Wat is een vlamboogstudie?

Met een vlamboogstudie breng je voor alle elektrische (hoofd)verdelers in kaart hoe groot het vlambooggevaar is. De resultaten van de vlamboogberekeningen worden opgenomen in een vlamboograpport en zijn een goede basis voor een verdiepende risico-inventarisatie en –evaluatie en gerichte veiligheidsmaatregelen. Het kunnen uitvoeren van een vlambooggevarenanalyse is een specialisme dat om veel ervaring en expertise vraagt. Daarom wordt er voor een vlamboogstudie altijd een expert ingehuurd. In de meeste gevallen wordt een vlamboogberekening uitgevoerd volgens de norm IEEE 1584 en worden er tijdens de analyse vijf stappen doorlopen.

1. Dataverzameling op locatie

Allereerst worden alle gegevens verzameld die nodig zijn om de vlamboogberekeningen uit te kunnen voeren. Een deel van de gegevens, zoals de grondschema's en kabellijsten met groottes en lengtes, kunnen vaak wel via e-mail opgestuurd worden. Andere gegevens zoals de instellingen van relais en vermogensschakelaars en de uitvoering van schakelmateriaal worden veelal op locatie opgenomen Daarnaast kunnen onduidelijkheden meteen weggenomen worden.

2. Kortsluitstroom en selectiviteit bepalen

Als alle gegevens compleet zijn, worden deze gedigitaliseerd in software zoals SKM Powertools. Om het vlambooggevaar te berekenen moeten eerst de kortsluitstroom en selectiviteit bekend zijn. De kortsluitstroom wordt doorgaans berekend om te controleren of verdelers en beveiligingen voldoende bescherming bieden tijdens kortsluitingen. Tijdens een selectiviteitsstudie wordt bekeken of er bij een storing meer dan één beveiliging aanspreekt, hierdoor kunnen onnodig veel elektrische installaties buiten bedrijf worden gesteld.

3. Vlamboogstroom berekenen

De vlamboogstroom wordt afgeleid van de kortsluitstroom. Deze is altijd lager (doorgaans 40 tot 70% van de kortsluitstroom), de mate hangt af van een aantal factoren zoals de spanning en de afstand tussen geleiders. Met meerdere voedingen is dit een optelsom en bij een veranderende bedrijfsvoering kunnen ook meerdere vlamboogstromen voor één verdeler geldig zijn.

4. Afschakeltijd bepalen met vlamboogstroom

De afschakeltijd is de tijd tussen het ontstaan van de vlamboog en het afschakelen van de energiebron door een beveiliging. De tijd hangt af van het type beveiliging en de instellingen daarvan, deze bepalen de reactie op een vlamboogstroom. Omdat de vlamboogstroom lager is dan de kortsluitstroom kunnen hier onverwacht lange tijden uitkomen. Afhankelijk van de bedrijfsvoering kunnen ook grote verschillen optreden, een lagere stroom leidt soms tot een veel hogere afschakeltijd.

5. Vlamboogenergie berekenen in cal/cm²

De daadwerkelijke vlamboogberekening is de laatste stap van de vlamboogstudie. Hier wordt de vlamboogenergie in cal/cm² berekend voor alle (hoofd)verdelers. Dit zijn uiteindelijk de gegevens die de basis vormen voor de risicobeheersing voor vlambooggevaar. Denk hierbij aan het bepalen van de vlambooggrens en het soort PBM's die vereist zijn voor veilig werken.